Inhoudsopgave
De familie van Johns Lucky Barb
Johns Lucky Barb is een van de meest invloedrijke fokkoeien die ooit geleefd heeft. Denk alleen maar aan de geweldige impact die haar kleinzoon Hanover Hill Triple Threat heeft gehad op heel veel rassen. Een invloed die zich uitstrekt tot op de dag van vandaag. En een invloed die steeds meer gewaardeerd wordt vanwege de toegenomen nadruk op fitness- en gezondheidskenmerken. Want dat is waar deze familie echt in uitblinkt: vruchtbare koeien met gezonde uiers die oud kunnen worden. En het is niet alleen Hanover Hill Triple Threat die deze zo gewenste eigenschappen verbreid heeft: ook bijvoorbeeld Hanover Hill Stardom en A Sir Browndale Fire-red hebben hieraan hun steentje bijgedragen.
Johns Lucky Barb werd in 1965 voor $2500 gekocht door Pete Heffering, toen nog van Tara-Hills, later Hanover Hill. De enige reden dat dit kon, was dat Johns Lucky Barb het keuringskalf geweest was van de zoon van eigenaar Edgar Bennett. Ze wou namelijk slecht drachtig worden als vaars en kreeg uierontsteking, zodat de bedrijfsleider haar wou laten slachten. Maar Barb kreeg een tweede kans van de eigenaar en kalfde als vierjarige voor de tweede keer af. Pete Heffering kocht haar op een keuring na een tip van de jurerende keurmeester aldaar. In dat jaar werd Barb genomineerd voor de All-American titel. Het daaropvolgende jaar kreeg ze in die verkiezing een eervolle vermelding (Honorable Mention) om in 1967 uitgeroepen te worden tot All-American. In 1968 werd ze als zesde koe in Amerika ingeschreven met 97 punten. Naast deze exterieurprestaties bleek Barb eveneens een geweldige melkkoe met een hoogste lijst als 8-jarige van 13.205 kg melk in 365 dagen met 4,7% vet.
Uitblinken deed Johns Lucky Barb ook als fokkoe. Al haar dochters waren goed en ook zij ontpopten zich als echte fokkoeien. Het voert op deze plaats te ver om in detail in te gaan op al deze lijnen. In het schema vindt u een gedeelte van de lijnen die ontspruiten aan twee van haar dochters; een op Bennett Farms, waar ze gefokt is en een op Hanover Hill, zonder twijfel de meest bekende en meest invloedrijke. Om u een idee te geven van de waardering van de Barbfamilie: op de Hanover Hill veiling die in 1972 werd gehouden, werden acht leden van deze familie verkocht. De opbrengst: $350.500! Tara-Hills Pride Lucky Barb, de moeder van Hanover Hill Triple Threat realiseerde een toenmalige wereldrecordprijs van $122.000. Triple Threat werd als kalf van zeven maanden verkocht voor $60.000, terwijl Barb zelf als tienjarige $55.000 opbracht. Een aardig rendement op de $2500 die Pete Heffering in 1965 uitgegeven had om Barb te kopen!
Wij zijn altijd bijzonder onder de indruk geweest van de fokkerij van deze familie. Wie selecteert op kwaliteit: koeien die hun productie gemakkelijk aankunnen, vruchtbaar zijn en een uitmuntende uierkwaliteit hebben, komt vrijwel ongemerkt vaak direct of indirect bij deze familie terecht. Wij zijn dan ook best een beetje trots op de korte lijn die drie van onze stieren met Johns Lucky Barb hadden, zoals u in het schema kunt zien. Alledrie scoorden bijzonder goed voor de toenmalige DU (duurzaamheidsindex), daarmee de kracht van deze familie onderstrepend. Alledrie stieren worden nog steeds gebruikt in het levensduurfokprogramma van de EUNA.
Tara Hills Pride Lucky Barb,
wereldrecord prijs
Rag Apple Bloedlijn
Tegenwoordig zijn er eigenlijk geen zuivere bloedlijnen meer te vinden in de Holsteinfokkerij. Mede door de opkomst van de populatiegenetica werd “het beste met het beste” gepaard, ongeacht de afstamming van de dieren. Vroeger was dit anders. Door het ontbreken van hulpmiddelen als indexen, werd veel waarde gehecht aan bloedlijnen. D.w.z. ingeteelde lijnen op een aantal basisdieren die bewezen hadden bepaalde eigenschappen te bezitten. Door de inteelt werden deze eigenschappen verankerd in zo’n bloedlijn. Enkele topfokkers waren ware grootmeesters in het intelen op bepaalde dieren en creëerden duizelingwekkende stambomen, waarin nauw verwante dieren meerdere keren voorkwamen in opeenvolgende generaties. Dit was niet voor iedereen weggelegd, want de nadelen van inteelt kunnen groot zijn. Deze grootmeesters echter zorgden voor een aantal basislijnen waarmee “gewone” fokkers c.q. vermeerderaars hun voordeel konden doen. Zij konden bloedaansluiting zoeken voor hun dieren en zo via een veel mildere vorm van inteelt gewenste eigenschappen vastleggen in hun veestapel of ze konden juist een kruisingsschema toepassen binnen het ras tussen totaal onverwante bloedlijnen! Daarmee is meteen de actualiteit terug, want kruisen is op dit moment “hot”. Tegenwoordig kan dat echter niet meer binnen het ras, omdat er simpelweg geen zuivere bloedlijnen meer zijn, zodat uitgeweken moet worden naar andere rassen. Andere rassen hebben echter ook nadelen en daar komt men meestal slechts proefondervindelijk achter.
Bloedlijnen die in het verleden bekend waren zijn o.a. de Ormsby’s en de Burkes’, die weleens als tegenovergestelde van elkaar afgeschilderd worden, maar in werkelijkheid waren de Burkes zeer intensief ingeteelde Ormsby’s. Wel met een totaal ander type dan de oorspronkelijke Ormsby’s. Hierdoor kon overigens perfect gecombineerd worden tussen deze bloedlijnen: wel bloedaansluiting, maar totaal verschillend type. Een andere belangrijke bloedlijn was die van Carnation die o.a. aan de basis stond van de Colony- en Fraseafokkerij, die gedurende een aantal jaren veel invloed hadden op met name de fokkerij in het noordwesten van het Amerikaanse continent. De bloedlijn waar we het hier echter over willen hebben is de Rag Apple bloedlijn. Deze bloedlijn vindt zijn oorsprong op Mount Victoria Farms van T.B Macauly, Hudson Heights, Quebec met als prefix Montvic. Op dit Canadese bedrijf werd op een basis van Poschdieren uit de omstreeks begin 1900 bekende fokkerij van A. Hulet, de stier Johanna Rag Apple Pabst intensief gebruikt. Johanna Rag Apple Pabst was een Amerikaans gefokte stier die al enkele voorouders had met de toevoeging Rag Apple in hun naam. Als bloedlijn start “Rag Apple” echter zonder enige twijfel bij deze stier. Op Mount Victoria Farms had men lang gezocht naar een stier die paste in hun filosofie en op hun Poschbasis. Hij moest zelf een exterieurtopper zijn die grote shows kon winnen. Dat gold ook voor zijn dochters die beste uiers moesten hebben en minstens 4% vet in de melk, toentertijd niet bepaald gebruikelijk. Daarnaast moesten ze groot zijn en veel melk geven. Welnu, Johanna Rag Apple Pabst leek aan al die eisen te voldoen en hij werd gekocht voor het toenmalige recordbedrag van $15.000. Om te testen of hij vrij van erfelijke gebreken was en of hij in een lijnenteeltprogramma gebruikt kon worden, werd na de koop een contract afgesloten met verkoper Joseph Piek, waarin bepaald werd dat, voor hij naar Canada vertrok, JRAP gepaard moest worden met vijf van zijn eigen dochters en dat de hieruit resulterende vaarskalveren naar Montvic gingen tegen een vantevoren afgesproken bedrag. Dit resulteerde overigens in één van zijn allerbeste dochters: Piek Spring Pabst Countess Johanna.
JRAP heeft een geweldig aantal goedverervende zoons en dochters nagelaten. Montvic Chieftain is er één die bijvoorbeld ontelbare keren voorkomt in de afstamming van Round Oak Ivanhoe Eve, de moeder van Elevation. En zijn klein- en achterkleinkinderen waren natuurlijk nog talrijker en dan te bedenken dat velen van hen zijn bloed aan vaders- en aan moederskant voerden. Invloedrijke stieren uit deze categorie zijn bijvoorbeeld Montvic Pathfinder (een Chieftainzoon uit een JRAP-moeder) en Montvic Lochinvar (met Chieftain aan vaderskant in de afstamming terwijl zijn moeder het resultaat was van een paring van een JRAP-zoon met een JRAP-dochter. De stier die echter de meeste invloed heeft gekregen, is Montvic Rag Apple Sovereign. Zijn moeder was een van de allerbeste JRAP-dochters, Montvic Rag Apple Colantha Abbekerk. Zijn vader was een stier die naar Montvic kwam op een moment dat JRAP zo vaak voorkwam in de diverse afstammingen dat een outcross noodzakelijk werd geacht. Dit werd Emperor of Mount Victoria, een stier met Governor of Carnation als vader en Sir Inka May, een van de meest invloedrijke stieren uit de geschiedenis, als moedersvader en vadersvader. De combinatie van dit vroege Carnationbloed en Rag Apples is in de geschiedenis een zeer geslaagde gebleken (in omgekeerde vorm – Rag Apple op een Colony/Carnation-basis- leidde dit bijvoorbeeld tot A Puget Sound Sheik). Montvic Rag Apple Sovereign was o.a. de vader van ABC Reflection Sovereign en kan beschouwd worden als de stamvader van de red-Holstein fokkerij. Maar ook bij zwartbont zal het moeilijk zijn om een dier te vinden zonder een druppel van zijn bloed.
Hoewel het bloed van de Rag Apples dus alomtegenwoordig is in de moderne Holsteinfokkerij, is het slechts zelden nog in zuivere vorm te vinden. Wij zijn er dan ook trots op dat we twee stieren in het pakket hebben gehad, Pamtom Blackstar Sunbuck en A Sir Browndale Fire, die zonder reserve echte vertegenwoordigers van deze potente bloedlijn genoemd kunnen worden.
Piek Spring Pabst Countess Johanna, geboren 1927.
Resultaat van een vader-dochterparing: JRAP x JRAP!
Productie als 4½-jarige (in 1932!): 365 dgn 10.422 kg 4,06% vet.
Montvic Rag Apple Colantha Abbekerk EX, Johanna Rag Apple Pabst-dochter.
Productie als 9-jarige, voltooid in 1941: 365 dgn 3x 13.276 kg 4,32% vet. Toenmalig wereldrecord. HHM All-American 1938.
Moeder van Montvic Rag Apple Sovereign.
Op de foto als 10-jarige.
Montvic Rag Apple Sovereign.
Zeer invloedrijke vertegenwoordiger van de Rag Apple-bloedlijn. Stamvader van de red Holstein-fokkerij en alom tegenwoordig in de zwartbontfokkerij.